• knus·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord knusheid
verkleinwoord

de knusheidv

  1. het gezellige, vertrouwde en veilige samenzijn
    • Je ziet ook vaak dat kinderen bij een ouder in bed slapen omdat die ouder alleenstaand is. Dan wordt de warmte en knusheid die het bij elkaar slapen geeft eigenlijk gebruikt door de ouder als een soort van alternatief van een gelijkwaardige slaappartner. En dat is niet eerlijk voor kinderen, om een soort van te zijn."[2] 
    • Bevalt het gesprek en de eerste indruk? Vraag een rondleiding. Het geeft de mogelijkheid een glimp van het 'hoe’ zien: de praktische uitvoering van het pedagogische beleid. Dit kan voor ouders lastig zijn omdat de aandacht al snel uitgaat naar het schattige kleine meubilair en de andere kneuterige knusheid die deze setting al snel oproept.[3] 
98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 06 jan. 2016
  3. de Telegraaf MARIT LANGEDIJK-VAN DER PRUIK 04 jan. 2016
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be