• knuf·fe·laar
enkelvoud meervoud
naamwoord knuffelaar knuffelaars
verkleinwoord knuffelaartje knuffelaartjes

de knuffelaarm

  1. iemand die graag knuffelt
  2. iemand die bezig is met knuffelen
    • Duitse (ex-)politici die de afgelopen jaren overliepen van begrip voor Vladimir Poetin, hebben het moeilijk nu Rusland een oorlog is begonnen in Oekraïne. De meest prominente Poetin-knuffelaar, de voormalige bondskanselier Gerhard Schröder, ligt zwaar onder vuur omdat hij weigert zich van de Russische oorlogsmisdadiger te distantiëren. [1] 

Oude schrijfwijze: knoffelaar