• bonds·kan·se·lier
enkelvoud meervoud
naamwoord bondskanselier bondskanseliers
bondskanselieren
verkleinwoord bondskanseliertje bondskanseliertjes

de bondskanselierm

  1. (regering) hoofd van de regering in de Bondsrepubliek Duitsland of Oostenrijk
  2. (regering) ambtenaar die leiding geeft aan de staf van de regering van Zwitserland