• kni·pe
vervoeging
onbepaalde wijs knipe
tegenwoordige tijd knipe
verleden tijd knep
kneip
voltooid
deelwoord
knipet
onvoltooid
deelwoord
knipende
lijdende vorm knipes
gebiedende wijs knip
vervoegingsklasse Klasse 1 sterk
opmerking

knipe

  1. overgankelijk knijpen
  2. overgankelijk bemachtigen, grijpen, nemen
  3. overgankelijk klemmen, persen
  4. overgankelijk moeilijk zijn
  5. overgankelijk overbodig sparen
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   knipe     knipen
knipa  
  kniper     knipene  
genitief   knipes     knipens
knipas  
  knipers     knipenes  

knipe m / v

  1. dilemma, hachelijke situatie, knel, lastig parket
  • havne i knipe
in problemen komen
  • være i knipe
problemen hebben


  • kni·pe
vervoeging
onbepaalde wijs knipe
knipa
tegenwoordige tijd knip
verleden tijd kneip
voltooid
deelwoord
knipe
onvoltooid
deelwoord
knipande
lijdende vorm knipast
gebiedende wijs knip
vervoegingsklasse Klasse 1 sterk
opmerking

knipe

  1. overgankelijk knijpen
  2. overgankelijk bemachtigen, grijpen, nemen
  3. overgankelijk klemmen, persen
  4. overgankelijk moeilijk zijn
  5. overgankelijk overbodig sparen
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   knipe     knipa     kniper     knipene  

knipe v

  1. dilemma, hachelijke situatie, knel, lastig parket
  • hamne i knipe
in problemen komen
  • vere i knipe
problemen hebben