knijt
- knijt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knijt | knijten |
verkleinwoord |
de knijt m
- lang puntig mes
- knecht
- ondermaatse brasem
- (tweevleugeligen) benaming voor kleine stekend mugjes uit de familie Ceratopogonidae
- ▸ De knutten of knutjes (Ceratopogonidae) vormen een familie van muggen uit de orde tweevleugeligen (Diptera). Ze worden ook knaasjes, knijten (Vlaanderen), knozels (Zuid-Nederland), mietsen (Noord-Nederland), mampieren (Suriname)[1] of meurzen genoemd, en soms ook zandvliegjes, een benaming die in vaktaal op soorten uit de familie motmuggen of Psychodidae slaat.[4]
- Het woord knijt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Middelnederlandsch Woordenboek
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ knijt op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Knutten” (geraadpleegd 1 juni 2021), Wikipedia