Nederlands

 
1. klein bloedzuigend mugje uit de familie Ceratopogonidae
Uitspraak
Woordafbreking
  • mam·pier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord mampier mampieren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de mampierv / m

  1. (tweevleugeligen) benaming voor kleine bloedzuigend mugjes uit de familie Ceratopogonidae   die veel voorkomen in Suriname
    • Verdediging tegen de mampier hoort tot de onmogelijkheden. [3]
Synoniemen

Gangbaarheid

2 % van de Nederlanders;
6 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen