Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mam·pie·ren
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de mampierenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord mampier

Gangbaarheid

2 % van de Nederlanders;
11 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be