Nederlands

 
Knekelhuis in de buurt van Waterloo  .
Uitspraak
Woordafbreking
  • kne·kel·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord knekelhuis knekelhuizen
verkleinwoord knekelhuisje knekelhuisjes

Zelfstandig naamwoord

het knekelhuiso

  1. bouwwerk waarin menselijke botten na het ruimen van graven worden bewaard
    • Het graf bleek samen met enkele aangrenzende geruimd, in 1941 eerst gedeeltelijk en in 1946 volledig, om plaats te maken voor betalende ‘gebruikers’. Alle gebeenten waren overgebracht naar een knekelhuis, waar men schedels en botten evenwel gescheiden en anoniem opsloeg. [1]
  2. (figuurlijk) doodse plaats, met resten van vroeger leven, waar nu niets meer te beleven valt
    • Dat is wat de PvdA betreft historisch begonnen met Nieuw Links, waarmee ik niet bedoel een schuldvraag te beantwoorden; het is moeilijk voorstelbaar dat het anders was gelopen, want toen Nieuw Links opkwam was die partij grotendeels uitgeblust. Ik vermoed dat Den Uyl toen de afweging heeft gemaakt: we kunnen ze eruit gooien maar dan houden we een knekelhuis over, we kunnen ze erbij houden en dan wordt het een grote bende. [2]
Hyperoniemen

Gangbaarheid

68 % van de Nederlanders;
58 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen