• knal·groen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen knalgroen knalgroener knalgroenst
verbogen knalgroene knalgroenere knalgroenste
partitief knalgroens knalgroeners -

knalgroen

  1. (kleur) met een heel erg helder en verzadigd groene kleur
     In het transparante, dubbelzijdige stofomslag zijn vijf uitgestanste afbeeldingen van designvoorwerpen opgesloten: twee krankjorume lampen, een vuurrode tafel, een geel ontbijtservies en een ludiek zitelement: een plag knalgroen reuzengras van rubber.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Arjen Ribbens
    “Italiaans design van vijftig jaar geleden is nog steeds verrassend actueel” (1 april 2022) op nrc.nl