kloosterlijk
- kloos·ter·lijk
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | kloosterlijk | kloosterlijker | kloosterlijkst |
verbogen | kloosterlijke | kloosterlijkere | kloosterlijkste |
partitief | kloosterlijks | kloosterlijkers | - |
kloosterlijk [1]
- (religie) van, als in een klooster
- Het woord kloosterlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.