kleurenpracht
- kleu·ren·pracht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kleurenpracht | |
verkleinwoord |
- de schoonheid die ontstaat door de prachtige kleuren
- ▸ Ik zei dat wilde bloemen het binnen nooit lang uithouden, maar hij liet zich niet afschepen. En zolang ze staan, vormen ze een beeldschone kleurenpracht.[2]
- ▸ De geladen deeltjes gaan met hoge snelheid door de atmosfeer en botsen op elkaar. Daarbij komt energie vrij, met als gevolg een kleurenpracht aan de hemel.[3]
- de schoonheid die ontstaat door de prachtige kleuren
- Het woord kleurenpracht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Main, Sarah“Huis van eb en vloed” (2015), A.W. Bruna Uitgevers , ISBN 9789044974515
- ↑ Weblink bron “Heel eventjes noorderlicht boven Nederland” (13-05-2021), NOS