klerezooi
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kle·re·zooi
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van klere bn en zooi zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klerezooi | |
verkleinwoord | klerezooitje |
Zelfstandig naamwoord
- ongeordend geheel dat moet worden opgeruimd of schoongemaakt
- Na het feest was de woonkamer een klerezooi.
- (figuurlijk) ongewenste toestand als resultaat van een wanordelijk proces
- Na de reorganisatie is het op mijn werk een klerezooi gebleven.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord klerezooi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klerezooi" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be