kleppermannetje
- Geluid: kleppermannetje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈklɛpərˌmɑnəcə / (5 lettergrepen)
- klep·per·man·ne·tje
- klepperman met het achtervoegsel -etje
- [3] vanwege het ratelende geluid dat deze vogels kunnen maken
[2], [3] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | kleppermannetje | kleppermannetjes |
het kleppermannetje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord klepperman
- dim. tant. (paardrijden) klein metalen amulet als versiering van paardentuig
- ▸ In Nederland zijn deze 'horse brasses' nooit zo populair geweest ais in Engeland; ze heten bij ons kleppermannetjes.[1]
- dim. tant. (zangvogels) bepaald soort vogel, Sylvia curruca
- ▸ Braamsluipers vallen vooral op door hun kenmerkende rateltje: tètètètètètètè (meestal zeven maal), waardoor ze ook wel ‘kleppermannetjes’ worden genoemd.[2]
-
2. Een eenvoudig kleppermannetje.
-
3. Een kleppermannetje op een tak.
- [3] braamsluiper
- Het woord kleppermannetje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron M.C. GalestinRomeinse 'lunulae' of kleppermannetjes? in: Paleo-aktueel, Archeologie in 2001, nr. 13 (2002), Groninger Instituut voor Archeologie, Rijksuniversiteit Groningen, ISBN 9036717329, p. 92 kol. 1
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie Bauke Sienema“Vogels in en rondom Jirnsum, deel 9” (20 mei 2006) op jirnsum.com