kleppeloos
- Geluid: kleppeloos (hulp, bestand)
- IPA: /ˈklɛpəlos/
- klep·pe·loos
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | kleppeloos | - | - |
verbogen | kleppeloze | - | - |
kleppeloos
- geen kleppen hebbend
- Hij ontwikkelde een motor die kleppeloos was.
- Panhard Levassor Auto, kleppeloos, 6 pers. Limousine démontable met aparte zomerkap, zeer mooie deftige wagen. [1]
- kleppenloos (verouderd)
- Sinds 2005 geeft de Leidraad bij de spellingvoorschriften in regel 9.A uitdrukkelijk aan dat bij afleidingen de tussenklank -e- wordt toegevoegd.[2] Tot dan kon de -en- gebruikt worden als het eerste deel werd opgevat als een meervoudsvorm.[3]
- In gevallen waar het in de regel om meerdere kleppen tegelijk gaat (motoren, bloedvaten) is 'kleppe(n)loos gebruikelijker; in gevallen waar het in de regel om een enkele klep gaat (pet) 'kleploos'.
- Het woord 'kleppeloos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ advertentie in: Algemeen Handelsblad jrg. 93 nr. 29868 (10 mei 1920; p. 11 kol. 4; geraadpleegd 2016-04-10
- ↑ Zorgenloos / zorgeloos op website: taaladvies.net; geraadpleegd 2016-04-09
- ↑ Geerts, G."Waarom (niet) n'loos?" in: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde. jrg. 116 nr. 3 (2006) Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, Gent; p. 362 e.v.; geraadpleegd 2016-04-09