Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klep·pen·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen kleppenloos
verbogen kleppenloze

Bijvoeglijk naamwoord

  1. kleppenloos
  2. verouderde spelling of vorm van kleppeloos tot 2006
    • Maar nog mooier leek mij de Côte-motor, die niet alleen kleppenloos is, maar tevens een motor in twee tempo's. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen