kleinoogkathaai
- (IPA in voorbereiding)
- klein·oog·kat·haai
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kleinoogkathaai | kleinoogkathaaien |
verkleinwoord | kleinoogkathaaitje | kleinoogkathaaitjes |
de kleinoogkathaai m
- (kraakbeenvissen) Apristurus microps een vis uit de familie van de Pentanchidae en behoort derhalve tot de orde van grondhaaien (Carcharhiniformes ). De vis kan een lengte bereiken van 61 centimeter. De kleinoogkathaai is een zoutwatervis. De vis prefereert diep water en leeft hoofdzakelijk in de Atlantische Oceaan op dieptes tussen 700 en 2000 meter
- grondhaaien, haaien, haaien en roggen, kraakbeenvissen, kaakdieren, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'kleinoogkathaai' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.