kleine koavink

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kleine koavink    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• klei·ne koa·vink

Woordherkomst en -opbouw

• verbinding van  kleine  en koavink

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kleine koavink	kleine koavinken
verkleinwoord	klein koavinkje	kleine koavinkjes

Zelfstandig naamwoord

de kleine koavink v / m

1. (zangvogels) Rhodacanthis flaviceps  een uitgestorven zangvogel uit de familie Fringillidae  (vinkachtigen). Deze soort was endemisch op Hawaï. Het laatste exemplaar werd waargenomen in 1891

Hyperoniemen

• vinkachtigen, zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'kleine koavink' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.