kleine graszanger

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • klei·ne gras·zan·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kleine graszanger kleine graszangers
verkleinwoord klein graszangertje kleine graszangertjes

Zelfstandig naamwoord

de kleine graszangerm

  1. (zangvogels) Cisticola nana   een vogel uit de familie Cisticolidae  , een recent afgesplitste familie binnen de zangers van de Oude Wereld. Deze soort komt voor in oostelijk Afrika, met name van zuidoostelijk Soedan tot Ethiopië, Somalië, Kenia en noordelijk Tanzania. ;Link
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie