kleinbekijshaai
- (IPA in voorbereiding)
- klein·bek·ijs·haai
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kleinbekijshaai | kleinbekijshaaien |
verkleinwoord | kleinbekijshaaitje | kleinbekijshaaitjes |
de kleinbekijshaai m
- (kraakbeenvissen) Scymnodon obscurus een vis uit de familie van valse doornhaaien (Dalatiidae ) en behoort derhalve tot de orde van doornhaaiachtigen (Squaliformes ). De vis kan een lengte bereiken van 70 centimeter
- valse doornhaaien, doornhaaiachtigen, haaien, haaien en roggen, kraakbeenvissen, kaakdieren, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'kleinbekijshaai' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.