kleerkast
- kleer·kast
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kleerkast | kleerkasten |
verkleinwoord | kleerkastje | kleerkastjes |
- (meubel) een meubelstuk dat dient als bergplaats voor kleren
- ▸ Nog voordat ik mijn pakken en overhemden ging uithangen in de kleerkast in de achterkamer, voerde ik het ritueel uit waarmee ik het bureau als mijn territorium markeerde.[1]
- een grote zwaar gespierde kerel
- [2] speknek
1.
- Het woord kleerkast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kleerkast" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 18
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be