• klat·re
  • Afkomstig uit het Nederduits
Naar frequentie 3001
vervoeging
onbepaalde wijs klatre
tegenwoordige tijd klatrer
verleden tijd klatra
klatret
voltooid
deelwoord
klatra
klatret
onvoltooid
deelwoord
klatrende
lijdende vorm klatres
gebiedende wijs kaltr
klatre
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking

klatre

  1. onovergankelijk klauteren, klimmen
  2. onovergankelijk, (figuurlijk) avanceren, omhooggaan, promotie maken, promoveren
  3. onovergankelijk, (plantkunde) (om klimplanten) omhoogklimmen


  • klat·re
  • Afkomstig uit het Nederduits.
vervoeging
onbepaalde wijs klatre
klatra
tegenwoordige tijd klatrar
verleden tijd klatra
voltooid
deelwoord
klatra
onvoltooid
deelwoord
klatrande
lijdende vorm klatrast
gebiedende wijs klatr
klatra
klatre
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking

klatre

  1. onovergankelijk klauteren, klimmen
  2. onovergankelijk, (figuurlijk) avanceren, omhooggaan, promotie maken, promoveren
  3. onovergankelijk, (plantkunde) (om klimplanten) omhoogklimmen