• klank·pot
enkelvoud meervoud
naamwoord klankpot klankpotten
verkleinwoord - -

de klankpotm

  1. (bouwkunde) (geschiedenis) vazen van aardewerk die op hun kant werden verwerkt in de muren van middeleeuwse kerken om de weergave van de menselijke stem te verbeteren
    • De klankpot is geen middeleeuwse uitvinding. Al in de klassieke oudheid komen ze voor, zo blijkt uit traktaten van Aristoteles en Vitruvius. [1]