kittelen
- kit·te·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kittelen |
kittelde |
gekitteld |
zwak -d | volledig |
kittelen [2]
- overgankelijk aangenaam prikkelen
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord kittelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.