kipa
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ki·pa
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kipa | kipot |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (Jiddisch-Hebreeuws) (kleding) kapje, kalotje (gedragen door religieuze mannen)
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'kipa' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.