kinderschoen
- kin·der·schoen
- samenstelling van kind en schoen met het invoegsel -er- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kinderschoen | kinderschoenen |
verkleinwoord | kinderschoentje | kinderschoentjes |
de kinderschoen m
- kleine schoenen geschikt voor kinderen
- Een kinderschoen is gauw gevuld. Met wat pepernoten en een mandarijntje kom je bij maat 34 al een heel eind. [2]
- ▸ Zwart was hij door het roet van de hel. En natuurlijk moest hij zich door de schoorsteen ( de oudste offerplaats èn de verbinding van de geestenwereld met die der mensen ) laten zakken, om de cadeautjes bij de kinderschoenen te leggen.[3]
- in de kinderschoenen staan
iets is pas begonnen en moet nog ontwikkeld worden
- - Op data over de verdeling van vermogen wereldwijd die de Zwitserse bank Credit Suisse jaarlijks verzamelt, schat en in november publiceert. En op de jaarlijkse lijst met miljardairs van het Amerikaanse zakenblad Forbes, van afgelopen maart. Beide bronnen leunen behalve op harde gegevens ook op schattingen. De onderzoekers van Credit Suisse schrijven zelf dat de studie naar vermogen van huishoudens wereldwijd nog in de kinderschoenen staat, ook al is er enorme vooruitgang in de data. Veel landen houden weinig gegevens over vermogen bij. Over inkomen is veel meer te vinden. [4]
- Het woord kinderschoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Gemma Venhuizen 18 november 2016
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 14
- ↑ NRC Marike Stellinga 15 januari 2017