• kin·der·moor·de·naar
enkelvoud meervoud
naamwoord kindermoordenaar kindermoordenaars
verkleinwoord

de kindermoordenaarm

  1. iemand die één of meer kinderen opzettelijk heeft doodgemaakt
    • Toen twee jaar later een einde kwam aan het cabaretduo Kamps & Kamps, samen met zijn eeneiige tweelingbroer Tim (daarvoor Rooyackers, Kamps & Kamps), kreeg zijn belangstelling voor Richard III alle ruimte. „Toen ben ik gaan lezen, biografieën, historische studies, en bleek Richard III niet de slechterik die Shakespeare van hem gemaakt heeft. Het was een eenzame man met een fysieke beperking die koning werd tegen wil en dank, en geprobeerd heeft er het beste van te maken, terwijl iedereen om hem heen stierf. En dan word je 500 jaar later, als gevolg van zeer succesvolle fictie, herinnerd als sadistische vrouwen- en kindermoordenaar. Dat vond ik zielig.” [1] 
  1. NRC Herien Wensink 18 oktober 2016