kilde
- kil·de
vervoeging van |
---|
killen |
kilde
- enkelvoud verleden tijd van killen
- Ik kilde.
- Jij kilde.
- Hij, zij, het kilde.
- Ik kilde.
- Het woord kilde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- kil·de
- Afkomstig van het Oudnoorse woord kelda.
kilde m
- (geologie) bron, wel (met water)
- (techniek) een kunstmatige bron (met olie of gas)
- oorsprong, oorzaak, bron
- basis van kennis
m | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | kilde | kilden | kilder | kildene |
genitief | kildes | kildens | kilders | kildenes |
- [1]: kildevann
- [1]: kildebergart
- [3]: oljekilde
- [3]: støykjelde
- [3]: kildesortering
- [3]: energikilde
- [3]: varmekilde
- [3]: feilkilde
- [3]: kildekode
- [3]: lyskilde
- [3]: strømkilde
- [3]: energikilde
- [4]: kildekritikk
- [4]: kildevern
- [4]: kunnskapskilde
- [1]: hellige kilder
een heilige bronnen
- [1]: varme kilder
een warme bronnen
- [2]: ei kilde til forargelse
een bron voor de ontstemming
- [3]: historiske kilder
historische bronnen
- [3]: studere kildene
de bronnen studeren
- [3]: få vite noe fra pålitelige kilder
leren uit betrouwbare bronnen
- [3]: oppgi kildene sine
zijn bronnen vermelden