Nederlands

 
bepalen van de kiemkracht op een kiemtafel
Uitspraak
Woordafbreking
  • kiem·kracht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kiemkracht
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kiemkrachtv / m

  1. van zaad geeft het percentage zaden aan dat na een bepaald aantal dagen op een kiemtafel onder ideale omstandigheden een volwaardige kiemplant geeft
    • Het mooie van deze oorlog is volgens de prunusjager dat de vijand uiteindelijk niet meer terugkomt. „De kiemkracht van het zaad van de vogelkers is na vier jaar weg”, zegt hij. „Ha! Gelukkig maar! Stel je voor dat het heidezaad zou zijn! Dan ben je hier tachtig jaar bezig.” [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Arjen Schreuder 18 juli 2009