kettingbeding
- Geluid: kettingbeding (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkɛtɪŋbɛˌdɪŋ / (4 lettergrepen)
- ket·ting·be·ding
- samenstelling van ketting zn en beding zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kettingbeding | kettingbedingen |
verkleinwoord | - | - |
het kettingbeding o
- (juridisch) contractuele verplichting die aan een opvolger moet worden doorgeven
- ▸ Onderdeel van deze deal die toenmalig staatssecretaris Sharon Dijksma (Infrastructuur en Milieu, PvdA) met provincies, gemeenten en Schiphol sloot, is dat kopers van nieuwe woningen een kettingbeding moeten tekenen: een bepaling in de koopovereenkomst waarin zij verklaren dat zij zich bewust zijn van de aanwezigheid van de luchthaven en eventuele overlast. De bepaling moet op straffe van een boete van 100.000 euro ook in opvolgende koopovereenkomsten staan.[1]
- Het woord kettingbeding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Marije Willems“Wonen naast Schiphol? Prima, maar zeur dan niet” (14 maart 2018) op nrc.nl