Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ke·tel·koek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ketelkoek ketelkoeken
verkleinwoord ketelkoekje ketelkoekjes

Zelfstandig naamwoord

de ketelkoekm

  1. (voeding) gerecht uit meel, melk en stroop, in een toegebonden zak of doek in de ketel gekookt
  2. (voeding) boerengerecht dat vooral als dessert wordt gegeten, in een blikken trommel of puddingvorm bereid
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie