Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kerst·mu·ziek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kerstmuziek -
verkleinwoord kerstmuziekje kerstmuziekjes

Zelfstandig naamwoord

de kerstmuziekv

  1. (kerst) muziek voor tijdens het kerstfeest
    • Tijdens Kerstmis hoor je bijna alleen maar kerstmuziek op de radio. 
Verwante begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid