kerktoren
- kerk·to·ren
- samenstelling van kerk en toren
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerktoren | kerktorens |
verkleinwoord | kerktorentje | kerktorentjes |
de kerktoren m
- een toren bij een kerk
- De kerktoren stond op instorten.
- Het woord kerktoren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kerktoren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be