Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kat·van·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord katvanger katvangers
verkleinwoord katvangertje katvangertjes

Zelfstandig naamwoord

de katvangerm

  1. (misdaad) iemand die, bij illegale of criminele activiteiten, in naam eigenaar of houder van een voertuig, bedrijf, bankrekening etc. is, met als doel om de werkelijke eigenaar of houder buiten bereik van de autoriteiten te houden
Hyperoniemen

Gangbaarheid

79 % van de Nederlanders;
54 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be