katvanger
- kat·van·ger
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | katvanger | katvangers |
verkleinwoord | katvangertje | katvangertjes |
de katvanger m
- (misdaad) iemand die, bij illegale of criminele activiteiten, in naam eigenaar of houder van een voertuig, bedrijf, bankrekening etc. is, met als doel om de werkelijke eigenaar of houder buiten bereik van de autoriteiten te houden
- Het woord katvanger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "katvanger" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
54 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be