Een dochter die kattenkwaad uithaalt...
  • kat·ten·kwaad
enkelvoud meervoud
naamwoord kattenkwaad -
verkleinwoord - -

het kattenkwaado

  1. verzamelterm voor streken die uitgehaald worden door kinderen, en die als de dader al wordt gevonden hooguit met een berisping of kleine straf worden afgedaan
    • Wij broers haalden kattenkwaad uit, maar pasten goed in het dorp. [2]
  • kattenkwaad uithalen
97 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]