kashmirvliegenvanger

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • kash·mir·vlie·gen·van·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kashmirvliegenvanger kashmirvliegenvangers
verkleinwoord kashmirvliegenvangertje kashmirvliegenvangertjes

Zelfstandig naamwoord

de kashmirvliegenvangerm

  1. (zangvogels) Ficedula subrubra   een zangvogel uit de familie van vliegenvangers (Muscicapidae). Deze vogel werd in 1934 als ondersoort van de kleine vliegenvanger beschreven, maar wordt nu algemeen als een aparte soort beschouwd
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie