kanovaren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ka·no·va·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kano zn en varen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kanovaren |
- |
- |
onvolledig |
Werkwoord
kanovaren [1]
- (scheepvaart) varen in een kano door middel van een peddel, waarbij de kanovaarder met het gezicht in de vaarrichting zit
- (sport) zo snel mogelijk een bepaald traject in een kano afleggen of wedijveren in het behendig bewegen in een kano
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord kanovaren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kanovaren" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be