1. Een kajuitboot met de naam Sedna.
  • ka·juit·boot
enkelvoud meervoud
naamwoord kajuitboot kajuitboten
verkleinwoord kajuitbootje kajuitbootjes

de kajuitbootv / m

  1. (scheepvaart) pleziervaartuig met een overdekte verblijfplaats
     Tot de wonderlijkste verschijningen die ik deze zomer langs de Amsterdamse grachten mocht bekijken, behoorde de zwerver die een poosje mijn overbuurman werd. Ik zag hem maar een paar keer per dag. Hij had zijn intrek genomen in een kleine kajuitboot, ongetwijfeld zonder toestemming van de eigenaar. Dat kan lang goed gaan, zolang zo'n eigenaar geen zin krijgt in een tochtje.[1]
     Voor jonge 'starters' zag de zeilerswereld er aantrekkelijk eenvoudig uit. Er was slechts sprake van 'ons' en van 'ouwe lullen'. Wie in een kajuitboot voer, een motor gebruikte of zijn leeftijd tegen had, behoorde tot de tweede categorie.[2]
  1.   Weblink bron
    Frits Abrahams
    “Racket” (10 september 2001) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Rob Beinsdorp
    “Zeiltypen: Elke zeiler is baas op eigen boot” (20 mei 1998) op nrc.nl