• kaf·ka·iaans
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen kafkaiaans kafkaiaanser kafkaiaanst
verbogen kafkaiaanse kafkaiaansere kafkaiaanste
partitief kafkaiaans kafkaiaansers -

kafkaiaans

  1. in een onbegrijpelijke en dreigende sfeer waar je geen invloed op hebt, vaak als gevolg van bureaucratie en een zinloze, desoriënterende en nachtmerrieachtige complexiteit
    • Omdat de gemeente en de provincie telkens met tegengestelde eisen kwamen, ontstond er een kafkaiaanse situatie. 
     Ongemerkt zijn we een kafkaiaanse nachtmerrie binnengegleden! (…) Ik ga u niet lastig vallen door uit te weiden over hoe wij de hele dag met een groep mensen op brancards en in rolstoelen, allemaal met een infuus, het hele ziekenhuis zijn doorgerold.[1]
  • De schrijfwijze "kafkajaans" is nooit officiële spelling geweest.
  • In de officiële spelling is er na 2015 een verschil in schrijfwijze en betekenis met Kafkaiaans "beschreven in de stijl van de schrijver Franz Kafka". [2]
67 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[3]
  1.   Weblink bron
    Tosca Niterink & Anita Janssen
    “Een ramp komt nooit alleen” (14 december 2017) op nrc.nl  
  2. https://web.archive.org/web/20170626143037/http://taaladvies.net/taal/advies/vraag/1785/
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be