Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·bi·nets·raad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kabinetsraad kabinetsraden
verkleinwoord kabinetsraadje kabinetsraadjes

Zelfstandig naamwoord

de kabinetsraadm

  1. (regering) de vergadering van ministers onder leiding van de minister-president
    • De kabinetsraad komt iedere vrijdag bijeen in de Trêvezaal 
Synoniemen
  1. ministerraad

Gangbaarheid

Meer informatie