Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kaak·mes
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kaakmes kaakmessen
verkleinwoord kaakmesje kaakmesjes

Zelfstandig naamwoord

kaakmes o [2]

  1. mes waarmee men een haring ontdoet van de ingewanden
     Het apparaat maakt van iedere vis een foto, legt ’m recht voor het kaakmes en in een voor het oog onzichtbare en razendsnelle handeling is de haring gekaakt en van zijn kop ontdaan. Tot op de millimeter nauwkeurig.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

55 % van de Nederlanders;
40 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. kaakmes op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron
    Riekelt Pasterkamp
    “Nieuwe haring is bijna weer de oude” (18-06-2013), Reformatorisch Dagblad
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be