kür
Niet te verwarren met: kuur |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kür
Woordherkomst en -opbouw
- van Duits Kür [1]
- [2] in de betekenis "vrije figuur bij het kunstschaatsen" aangetroffen vanaf 1920 [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kür | küren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de kür m
- (paardrijden) proef bij een dressuur wedstrijd
- ▸ Clubgenoot Frank Hosmar nam in Doha (Qatar) deel aan een internationale paradressuurwedstrijd. Met z‘n jonge en nog onervaren paard Guetta won hij de zilveren medaille tijdens de teamproef en individuele proef en pakte hij goud op de afsluitende kür op muziek.[3]
- (sport) proef bij het kunstschaatsen, rolschaatsen
- ▸ Sui Wenjing en Han Cong hebben in het Japanse Saitama de wereldtitel bij het kunstrijden veroverd. Het Chinese paar, winnaar van zilver op de Winterspelen, maakte in de Super Arena het verschil met een indrukwekkende vrije kür.[4]
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord kür staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kür" herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
35 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ kür op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "kür" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Han Haveman“NK-zilver voor Hellendoornse amazone” (11-03-2019), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Chinees paar pakt titel bij WK kunstrijden” (21-03-2019), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be