jachtig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  jachtig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• jach·tig

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van jachten met het achtervoegsel -ig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	jachtig	jachtiger	jachtigst
verbogen	jachtige	jachtigere	jachtigste
partitief	jachtigs	jachtigers	-

Bijvoeglijk naamwoord

jachtig

1. (te) snel, haastig

   • De jachtige en haastige werker maakte veel fouten. 

Vertalingen

    1. (te) snel, hastig   

Duits: hektisch (de)

Gangbaarheid

• Het woord jachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jachtig" herkend door:

95 %	van de Nederlanders;
94 %	van de Vlamingen.