Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • iso·la·tie·ni·veau
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord isolatieniveau isolatieniveaus
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het isolatieniveauo

  1. (elektrotechniek) bescherming tegen elektrische spanning tot een bepaalde hoogte
    • Het opvoeren van de spanning wordt beperkt door het isolatieniveau en het opvoeren van de stroomsterkte door de toegelaten stroomdichtheid. [1]
  2. (bouwkunde) van een gebouw of bouwmateriaal: mate van bescherming tegen warmteverlies
    • Ook recent gebouwde woningen voldoen meestal niet aan de verplichte isolatienormen (K55 of beter), maar hebben gemiddeld slechts een isolatieniveau K75 met uitschieters tot K140. [2]
  3. (bouwkunde), (akoestiek) mate van bescherming tegen geluidhinder
    • Het isolatieniveau dat de norm eist, hangt af van het buitengeluidsniveau waaraan het gebouw blootgesteld wordt. [3]
  4. (informatica) van programmatuur voor gegevensbeheer: gradatie waarin gedefinieerde typen problemen bij het uitlezen van gegevens die nog verwerkt worden zijn uitgesloten
    • De parameter voor het instellen van de gewenste vorm van isolatie noemt men in de meeste databasesystemen het isolatieniveau (…). [4]
  5. (medisch) (logopedie) fase in de spraakontwikkeling waarin het om losse klanken gaat
    • Bij een beheersingsniveau van 85% op isolatieniveau wordt overgestapt naar productie op syllabeniveau. [5]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen