Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·vuil
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen invuil - -
verbogen invuile - -

Bijvoeglijk naamwoord

invuil

  1. heel smerig
    • Ze hadden nooit van z'n leven Japie Regenboog zo invuil moeten beledigen. [1]
Opmerkingen

Er bestaat geen vergrotende of overtreffende trap, maar er is wel een nog verder versterkte vorm: in- en invuil.

Hyponiemen

Gangbaarheid

Verwijzingen