Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·vui·le
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

invuile

  1. verbogen vorm van de stellende trap van invuil
    • Vrijwel alle huisvrouwen hebben er een hekel aan, omdat je er zulke invuile handen van krijgt. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen