intevreden
- Geluid: intevreden (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɪntəˌvredən/
- in·te·vre·den
- intensiverende afleiding van tevreden (bijvoeglijk naamwoord) met in- (versterkend voorvoegsel)
stellend | |
---|---|
onverbogen | intevreden |
verbogen | intevreden |
partitief | intevredens |
intevreden
- verder niets meer verlangend, zeer gelukkig
- ▸ Walsers figuren zijn zó overgelukkig, tot in hun grootste ongeluk, zó intevreden met hun miserabele bestaan, zó tegemoetkomend, dat het ronduit griezelig wordt.[1]
Er bestaat geen vergrotende of overtreffende trap, maar er is wel een nog verder versterkte vorm: in- en intevreden.
- Het woord 'intevreden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Jacq Firmin Vogelaar“Kritieken en kommentaren. Deel 2. Oriëntaties.” (1983), SUN, Nijmegen, ISBN 9061682002, p. 81