• in·ten·si·fi·e·ren

intensifiëren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
intensifiëren
intensifieerde
geïntensifieerd
zwak -d volledig
  1. intensiever maken
    • De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton heeft de Amerikaanse belangstelling voor de Noordpool onderstreept tijdens haar bezoek zaterdag aan het Noorse Tromso. Rusland zal wellicht een paar afgedankte luchtmachtbases in het gebied heropenen, en Canada overweegt de surveillance vanuit de lucht te intensifiëren. [1] 
    • Toch niet helemaal Apple dus, maar de winkel is wel de "belichaming" van een nieuwe bedrijfsstrategie waarbij VanMoof zoveel mogelijk de keten beheerst. De hippe stadsfiets wordt niet meer verkocht in andere fietsenwinkels en de tussenhandel ontbreekt. "Zo willen we het contact met onze klanten intensifiëren", legt Carlier uit. [2] 
    • Vrijdag gaf Mediahuis details vrij over de plaats die de deelneming in TMG krijgt in de organisatie. "De groep wil bestaande samenwerkingen met spelers in België en Nederland intensifiëren en nieuwe verbanden opzetten. Dit moet onder meer leiden tot gezamenlijke proposities op de advertentiemarkt." [3] 
52 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[4]
  1. NRC M. Hutchinson 6 juni 2012 Great Game op de Noordpool
  2. De Telegraaf 4 mei 2015 Flagshipstore voor VanMoof
  3. De Telegraaf 24 juni 2017 Mediahuis: Samenwerken met Talpa
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be