Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·stem·mend

Werkwoord

vervoeging van: instemmen
verbogen vorm: instemmende

instemmend

  1. onvoltooid deelwoord van instemmen
    • De aandachtig meeluisterende sponsors knikken instemmend. Zij kunnen hem maar wat goed begrijpen. [1] 
    • Van den Brink knikt instemmend. „We hebben het geluk gehad dat alles wat je hoopt te zien, wij ook daadwerkelijk hebben beleefd. Het Noordelijkste puntje van de Noordkaap hebben we bereikt en we hebben het Noorderlicht met eigen ogen mogen aanschouwen. Dat was een hele bijzondere ervaring.” [2] 
     De koningin, die bekendstaat als groot paardenliefhebber, genoot zichtbaar van het evenement, zeker toen er op het hoogtepunt van de show dieren uit haar eigen stoeterij voorbij werden geleid. Met een deken over haar benen en een sjaal om volgde ze de show aandachtig en knikte ze soms instemmend bij alle lof.[3]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen instemmend instemmender instemmendst
verbogen instemmende instemmendere instemmendste
partitief instemmends instemmenders -

Bijvoeglijk naamwoord

instemmend

  1. van iets dat het wijst op toestemming
    • Hij gaf mij een instemmend knikje. 
    • Hockney pakt de draad weer op, de burger is afgelegd, en doet zijn gehoorapparaten in. ‘Ik ben nog nooit in mijn leven in een gym geweest, en dat hou ik zo’, zegt hij, en er wordt instemmend gegrinnikt. [4] 


Synoniemen


Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Tubantia Yorick Groeneweg 11-01-19 Sponsors brengen leven in spelershotel ADO
  2. Tubantia Andre Scheffers 14-01-19 Haaksbergse kameraden: ‘Wat een tocht zeg, in één woord fantastisch!’
  3.   Weblink bron “Queen Elizabeth geniet zichtbaar van paardenshow” (16 mei 2022), NOS
  4. de Volkskrant John Schoorl25 februari 2019 81-jarige kunstenaar David Hockney woont in Los Angeles met zijn entourage en komt de dag door met heel veel sigaretten, maar zonder alcohol