insolied
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·so·lied
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | insolied | insolieder | |
verbogen | insoliede | insoliedere | |
partitief | insolieds | insolieders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
insolied
- niet solide; niet stevig
- onbetrouwbaar
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord insolied staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "insolied" herkend door:
17 % | van de Nederlanders; |
49 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be