inschalk
- in·schalk
- intensiverende afleiding van schalk (bijvoeglijk naamwoord) met in- (versterkend voorvoegsel)[1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | inschalk | - | - |
verbogen | inschalke | - | - |
inschalk
- (verouderd) heel gedurfd grappig
- Het woord 'inschalk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.